Zo'n boek dat heerlijk wegleest.
Geschreven door de Deense Anna Grue, die bekend is geworden door haar krimi's.
Dit is geen krimi, maar een boek dat speelt in het einde van de jaren '50.
Over de half-Italiaanse Vittoria die naar Denemarken vlucht.
Wat een herkenningspunten voor mij!
Ook al kwam ik vijftien jaar later hier naar toe.
Het gemis van verse groenten en weinig kruiden. Groentewinkels kende dit land al helemaal niet. Altijd en eeuwig aardappels met een opgebakken saus.
De opgedirkte kinderverjaardagen; altijd vergezeld van theebroodjes en chocolademelk. En netjes zitten aan tafel met je feestmuts op.
De beschrijving van de huiskamer en keuken; ik zie het zo voor me.
Dat was die tijd. De tijd van de petticoats, watergolf, huisvrouwen, meubels erven en/of zelf maken van oude schrot. Zeil op de vloer dat geboend moest worden en halfautomatische wasmachines (eerst door de wringer en dan in de centrifuge). Langspeelplaten en naaimachines; pijptabak, sigaretten, cocktails en longdrinks.
Heden ten dagen zijn we, en eten we, net zo internationaal als andere Europese landen. Of we rijker zijn?
Waarschijnlijk wel qua moneten (die heetten guldens destijds).
Tja, ik ben nu eenmaal opgegroeid in die tijd...