Ik zag hen langskomen.
Hij wankelde iets; zij klemde zijn hand vast in de hare.
Als twee drenkelingen.
Hij veegde de tranen van zijn wangen, maar er bleven nieuwe komen.
Zijn ogen waren rood en gezwollen.
Haar gezicht had een verbijsterde uitdrukking;
haar mond was samengeknepen in een wanhopige grijns.
Ze spraken niet.
Hun gezichten zeiden alles.
Ze waren, zo te schatten, begin veertig allebei.
Elkaar vasthoudend om overeind te blijven.
Een stil, innig verdrietig paar.
Ik ken ze niet; ze kwamen toevallig aan mij voorbij.....
Ik ken hun verdriet niet.
Toch staan ze in mijn geheugen geprent.
En ik maan mezelf om steeds de lichte uren te tellen.
Indrukwekkend verhaal en prachtig geschreven, bijna een gedicht. En dan die laatste zin...zo belangrijk
BeantwoordenVerwijderen