Over dingen en doetjes in Denemarken.

zondag 28 februari 2016

Mijn werkende jaren 2.

Na negen jaar in het jeugd-en-jongerencentrum (Ungdomsgården) te hebben gewerkt, vond ik het tijd om wat anders te vinden.
Ik wilde van die avonddiensten af en nu de kinderen op school zaten wilden we graag de vrije tijd met elkaar doorbrengen.
Ik zocht en kreeg een baan als "dagplejepædagog". Dat was/is een baan waar je de dagmoeders steunt in het opvangen van kinderen (van 0 tot 3 jaar), de ontwikkeling van het kind volgt, nieuwe dagmoeders rekruteert, zorgt voor opvang tijdens ziekte en vakanties, cursussen voor deze dagmoeders organiseert, speelgroepen opzet, ouder-contact hebt, in-en uitschrijven verzorgt, enzovoort, enzovoort.... Een baan van 30 uur per week, die binnen een half jaar ook weer full-time werd.



Ik heb hier hele leuke herinneringen aan.
Ik ben in wel meer dan honderd woningen geweest. 
Ik heb de meest intieme, zorgelijke, blije. komische en gevoelige verhalen gehoord. En die kleine kinderen van toen zijn de moeders van nu.....

In het begin had ik een autootje, maar toen die in de soep werd gereden fietste ik de stad en dorpjes af om de gastgezinnen te bezoeken. 

"Dagplejen" hoorde thuis bij de Sociale Dienst en ook daar kreeg ik wat tolk-werk te doen. Leuke afwisseling! Groot netwerk.

In deze periode volgde ik een jaar lang een cursus in supervision, dus dat kan ik ook. 


Hier werkte ik zeven jaar.


zaterdag 27 februari 2016

Mijn werkende jaren...

De allereerste baan 
die ik hier in Denemarken had, kwam als het ware aangewaaid. Het vrijetijdscentrum voor jeugd- en jongeren zocht iemand die de voor-en-naschoolse opvang wilde opstarten.


Een van mijn bekenden werkte daar en vroeg of ik er iets voor voelde.
Het was een deeltijdbaan; vóór de middag en een enkele avond.
Ja, je moet ergens beginnen, dus ik zei ja, al was het met wat beven.
Twee kinderen had ik, van twee-en-een half en bijna een jaar oud. En een man die vaak op reis was met z'n werk. 
Boven ons woonde Inger, een jonge vrouw, die graag de ochtenden wilde oppassen. Oei, wat wás het moeilijk om van huis te gaan.
Huilende kindjes voor het raam die "mama, mama" riepen. Stand houden, sterk zijn, ik ben om half een weer thuis. 
Inger hield niet zo lang stand; ze werd vervangen door Else, een aardige en bijdehante jonge vrouw.
Die was bij ons tot ze zelf een kind kreeg en tóen kwam:
Fru Hansen. Een dame van net 60, die bij ons in de straat woonde.
Fru Hansen paste op de kinderen.
Fru Hansen dweilde ook de gang en keukenvloer als het nodig was.
Fru Hansen kocht presentjes voor de kerstkousjes.
Fru Hansen leerde de kinderen kaartspelletjes.
Fru Hansen hield van kinderen.
Fru Hansen was een cadeau.

Mijn deeltijdsbaan was intussen veranderd in een full-time baan, wel met variabele werktijden.
De kinderen werden groter en gingen naar school en ik werkte vaak een paar avonden, een ochtend of twee en een paar middagen.
De kinderen kwamen na school ook naar "mijn" vrijetijdscentrum. Ze gingen mee op zomerkamp en andere uitvluchtjes. Ze groeiden op met de kinderen uit het centrum en hebben daar nog altijd vrienden. 
Mijn baan was op die manier perfect aan te passen aan de schooltijden en toen de echtgenoot weer aan de studie ging hadden we geen oppas meer nodig, ook niet als de kindjes ziek waren (waren ze gelukkig bijna nooit).
Fru Hansen was allang niet meer nodig, maar was er nog altijd voor een spelletje, een kopje koffie en wat gezelligheid.

Ik maakte "carrière", zoals ze dat noemen.
Ik verdiende meer, ik kreeg wat staf-functies, ik zat in het bestuur van het centrum en ik werd "tillidsman", het verbindingsstuk tussen de vakbond en de werknemers. Ik kwam zelfs in het hoofdbestuur van de vakbond LDK- Landsforening Danske Klubfolk.
Ik leerde veel in die tijd.
Natuurlijk leerde ik allereerst de taal: kinderen zijn experts in het corrigeren van verkeerde uitspraak en hebben eindeloos geduld.
Ik leerde "bestuurswerk" en hoe de samenleving hier in elkaar zat.
Ik leerde hoe het systeem werkte en welke ingangen er waren.
Ik leerde de geschreven en ongeschreven regels. 

Door mijn moedertaal kreeg ik hele leuke extra opgaven.
Zo was ik een week mee in Brussel - een EU (toen nog EEG) -project over samenwerking onder jeugdorganisaties in Europa.
Ik was mee op studiereis (als tolk) bij Nederlandse jeugdinstanties en een studiereis om de alcohol en drugs bestrijding in NL. te onderzoeken.
Ik werd gevraagd om te tolken als er groepen Nederlanders kwamen die hier bijvoorbeeld de zorgcentra bezochten of de stadswallen kwamen inspecteren (ik woon in een historische stad).
Toentertijd was niet iedereen de Engelse taal machtig, wat mij ten goede kwam.
Ik kreeg veel bekenden, een groot netwerk én, de hoofdzaak mijn eerste collega's, die nu tot mijn vriendenkring horen en die ik heel regelmatig zie.

Zo gingen er negen jaren voorbij.....






woensdag 24 februari 2016

Truukje...

Vrijdag bestelden wij een nieuwe wasmachine.
"Als U meer dan drie dagen kunt wachten, dan leveren wij kosteloos" stond er op de website.
Nou, wij konden best wachten. Eigenlijk kwam dat ook beter uit.
Doe maar woensdag.
Vandaag kwam er een sms:
"Wij hebben Uw bestelling binnengekregen en de machine wordt donderdag dan-en-dan geleverd".
Uhh, "leveringskosten zus-en-zoveel kronen".
Jaaa, zo kan ik het ook. Op deze manier zitten er dus geen drie dagen tussen, maar spreken we over directe levering.
"La-maar-zitten" zegt de chef; zo duur is het nu ook weer niet.


Het is natuurlijk wel kostenbesparend - voor het bedrijf dan!

zondag 21 februari 2016

Bryggers.

Bryggers.
Zo wordt de bijkeuken hier genoemd.
Je spreekt het uit als bruggers.
Het woord is overgenomen uit de tijd dat men bier brouwde in de  de bijkeuken, ook wel grove keuken genoemd (grovkøkken).
Ook de was werd hier gedaan en 's zomers werd zelfs het meeste eten in de bijkeuken klaargemaakt.
Alle huizen hebben nog steeds een bryggers.
Mijn opa en oma hadden er ook een. Daar stond het petroleumstel soep te trekken en werden de appels bewaard.
Wij hebben maar een kleine bryggers.
Daar staan de kasten met schoonmaakmiddelen, de droogtrommel, de magnetron en de wasmachine.
De wasmachine gaf dus vrijdag de geest.
Er is een nieuwe besteld; die komt woensdag en daarom besloten we om de oude vandaag vast naar de stort te brengen.
Tjeetje; die pomp was waarschijnlijk al langer kapot. Omdat er een afvoerput naast de wasmachine zit hebben we niet gemerkt dat het water niet gewoon afgevoerd werd. Eerlijk is eerlijk; ik zet een was over, druk op de knoppen en ga naar m'n werk. Thuisgekomen hang ik het hele zaakje op het droogrek en ik kijk echt niet onder de machine vóór vandaag.
Brrrr, het rook minder aangenaam.
Deheer en mevrouw spin hebben ook ettelijke nesten uitgebroed aan de achterkant.
Dat is een flinke schoonmaak geworden!
Ik heb meteen ook maar het plafond afgewassen, de kasten schoongemaakt, het aanrechtblad geschuurd en de eega heeft nieuwe rolgordijnen voor de installaties gemonteerd.
Het kan er weer mee door.



vrijdag 19 februari 2016

Seniordagje.

Er was geen fluit te doen op mijn werk en daarom besloot ik gisteren dat het vandaag een seniordagje zou worden.
Kijk, dan komt de chef ook vlugger klaar met het werk; twee paar handen doen meer dan één en zodoende hadden we de middag vrij.
Vlug nog even een wasje draaien....oeps, pomp kapot.
Daar sta je dan met kletsnat en zwaar ( broeken en truien van de chef) wasgoed.
Uitwringen en dan maar in de badkamer drogen.
En dan zal er een nieuwe machine moeten komen.
(die is intussen besteld en wordt woensdag geleverd)

Nog even langs de apotheek; dan de konijnen verzorgen; dan naar het strand .... go west ... waddeneiland - nou ja, eiland?! Het is met een dam aan het vasteland verbonden.
Rijden door de regen, daarna door dichte mist en toen:
de zon!


Het was eb; het water was nog niet helemaal teruggetrokken.
Je mag met de auto dit stuk strand op.
Vanaf de duinen tot de zee is het strand bij eb zeker een kilometer diep.


Het hoogteverschil tussen eb en vloed is vier meter.
En de vloed komt heel snel opzetten!
Ieder jaar is er wel weer en auto die het droge zand niet haalt!




donderdag 18 februari 2016

De overkant.


Ik werkte vanochtend in Middelfart.
Dan zie je de brug van de andere kant.


Met de Lillebælt aan de achterkant.

Wat een verschil van lucht.
Gisteren zag het er zó uit:


Hier parkeerde ik de auto om bij dochterlief de konijnen van de kleinkinderen te verzorgen.


Deze heet Carlos. (het is een dwergkonijntje; zou je niet zeggen hè)


Hier hebben we Tøsen. (da's een groot konijn; schijn bedriegt)
Ze missen hun baasjes; ze willen geknuffeld worden.
Overmorgen zijn ze weer thuis.

woensdag 17 februari 2016

Altijd iemand anders schuld.

Gisteren had ik twee gesprekken met ouders die alle heft uit handen hadden gegeven aan hun respectieve zonen. 
Je zou ze toch wat!
Het ene ouderpaar had al jaren opgevend toegekeken hoe zoonlief spijbelde, van verschillende scholen verwezen werd, alle andere mogelijkheden zoals praktijk, produktionsschool, een baantje weggooide, pas rond de middag z'n bed uit kwam en 's avonds rondhing met zogenaamde vrienden. Hij was al verscheidende keren opgepakt door de politie.
(natuurlijk zat er ook hasj tussen, en diefstal, en geweldpleging)
Hij kwam hier, samen met z'n ouders.
En hij zat daar maar te zitten, terwijl vader het hoogste woord voerde en vroeg waarom de gemeente niet wilde helpen. 
Uh?
Als de gemeente hem nu een cursus aanbood zodat hij bij de windmolens kon werken.....Of hem een truck rijbewijs kon geven....
(er zijn diverse (gratis) opleidingen hiervoor, maar daar had de heer geen zin in).
Mijn voorstel dat hij eerst moest proberen om een klein baantje te vinden; misschien een paar uur per dag) viel niet in goede aarde. 
Hij had een maand gewerkt, bij een supermarkt, maar was ontslagen omdat hij zijn vriend een pakje sigaretten had "gegeven".
Dat ie daardoor ontslagen was kon de vader niet begrijpen.


's Middags was er een gesprek bij de jeugdzorg met een moeder (de zoon had geen zin om mee te komen) een pedagoog, een mentor, een maatschappelijk werker en ik.
Deze moeder klaagde ook iedereen aan dat er niets gedaan werd voor haar zoon. Hij is ingeschreven op een hele speciale school, met heel weinig leerlingen, met ondersteuning. Hij komt een keer per week - hooguit.
De pedagoog komt bij hem thuis; hij belt en stuurt sms'jes.
De mentor steunt de moeder; probeert en probeert....
Niets helpt.
Maar waarom dóet de gemeente niks?
(wat doet moeder?)
Tja...
Ik krijg er grijze haren van.