Over dingen en doetjes in Denemarken.

maandag 12 november 2018

Golddiggers

En dan letterlijk, hè. 

Wij reden naar Milton en volgden vanaf daar de goudgravers route naar het westen. Als eerste kwamen we terecht in Lawrence, waar we het miniput museumpje bezochten. De dame die het museum beheerde vertelde over de goudkoorts, wilde weten waar wij vandaan kwamen en kon ons vertellen dat het vaderlandslied "God Defend New Zealand" is geschreven door een man uit Lawrence - Thomas Bracken, die de schrijfwedstrijd won. Het is een mooi lied. Het eerste deel in de Maori-taal, de tweede helft in het Engels. We leerden ook dat het mooie groene gras van Engels zaad afkomt en dat er 4,8 miljoen mensen in NZ wonen.
Lawrence is zo'n typisch klein stadje (dorpje) zoals er velen zijn in NZ. De huizen zijn van hout en de winkels en cafeetjes liggen allemaal langs de hoofdweg die dwars door het dorp loopt. Hier kopen de mensen hun goederen en levensmiddelen en knopen een praatje aan. Velen wonen ergens in de bergen. Lawrence heeft een klein schooltje, de kinderen die ver weg wonen worden met de schoolbus gehaald en gebracht. De schoolbus heeft een aantal haltes langs de grote weg, dus de kinderen die hoog in de bergen wonen zullen naar de haltes moeten komen of gebracht moeten worden.
De kinderen dragen schooluniformen. 
Ook de post wordt in een van de privé brievenbussen gestopt die langs de hoofdweg staan. Vaak een stuk of zes bussen op een rij.

Wij zeiden Lawrence vaarwel en reden via Roxburgh langs de rivier Clutha. De bergen werden hoger en hoger en we zagen sneeuw op de toppen. Bij Clyde lag een enorm stuwmeer waarbij een aantal transformators stonden. Stuwmeren zijn er een hoop in NZ en hiervan wordt een groot deel van de elektriciteit opgewekt. 
Wij parkeerden de camper voor de nacht. Zelfs al was het lente zie je op het zuidelijk halfrond niet de lichte nachten van het noordelijke. Midzomer blijft het hoogstens licht tot 9 uur 's avonds en de schemering is maar kort.








 



Der er ikke mobilnet alle vegne / er is lang niet overal mobielnet


Bogstavelig.
Vi kørte til Milton og fulgte derefter guldgraver-routen vestpå. Allerførste lillebitte by var Lawrence, hvor vi besøgte et lillebitte lokalt museum. Damen der passede museet fortalte en del om guldrusen, ville vide hvor vi kom fra og kunne fortælle os at NewZealands nationalhymne: "God defend NewZealand" er skrevet af en lokal herre ved navn Thomas Bracken. Der var blevet udskrevet en konkurence, som han vandt. Det er en skøn sang. Første del på Maori-sprog og så på Engelsk.
Vi fandt også ud af af meget af de fineste græs kom fra oprindelig engelske frø og at der "kun" bor 4,8 miljon mennesker i landet.
Lawrence er sådan en typisk lille by som der ses mange af i NZ.
Husene er lavet af træ; forretningerne ligger allesammen ud mod hovedgaden og har de der typiske gavle, som du ofte kan se i Amerikanske film. Her handler og mødes folkene også dem der bor længere væk eller dem der bor højt op i bjergene. Lawrence har en lille skole, børn fra omegnen hentes og bringes med skolebussen. Og posten bliver afleveret i en af de mange private postkasser der står side om side langs hovedvejen. 
Vi sagde farvel til Lawrence og kørte videre til Roxburgh langs Clutha River. Bjergene blev højere og højere og vi så de snebeklædte toppe. Ved byen Clyde kunne man se et kæmpe vandreservoir og masser af transformatorer. Dem er der mange af i landet og herfra kommer den største del af electriciteten. Og her slå vi os til ro.
Selv om det var forår har man ikke de lyse nætter som her på den nordlige halvfront. Midt sommer bliver det højest lyst indtil kl. 9 om aftenen og skumringstiden er kort. 


1 opmerking:

Gezellig, laat gerust een reactie achter!