Unne schottelslet; zo noemde ons oma de vaatdoek.
En de schottelslet ging elke dag de was in.
Dat doe ik nog steeds en hier met die warme dagen neem ik vaak twee keer per dag een schone. Wat ruiken die dingen vies in de hitte! Bacteriebommen! Dan maar wat extra wassen, nietwaar.
Hoe kom ik nu op die schottelslet?!
Wel, ik keek gisterenavond naar een concert met André Rieu op het plein in Maastricht. Daar spreekt hij dat mooie Limburgs. Nee, een Limburger ben ik niet. Niet eens een Brabander van geboorte. Maar sommige woorden glijden over de dialectgrenzen heen. Juist ja, schottelslet. En dan ben ik weer even kind bij oma.
Ha, galgen voor bretels. Wij hadden ook stieken achter op de fiets en een verwaand persoon noemden we strèllek.
Zie je de sep? Da's drop. We maakten sepwater van laurierdrop.
En flodderbone...die lust ik nog steeds niet!
Wat leuk, net het aap noot mies plankje.
BeantwoordenVerwijderenJa, het is geen weer om natte vaatdoekje en zo op te hangen. Hans
Ha Dorien,
BeantwoordenVerwijderenwat een leuke herinnering die boven komt drijven met bepaalde woorden.
En ja... de vaatdoek... brrr... die zit barstensvol! Die schottelslet.
Ik heb er veel en gebruik er ook veel.
Lijkt me leuk om eens naar grappige schottelsletten te zoeken... hahaha...
Groetjes!
Marlou
Wat een mooie plaat zeg! Heel nostalgisch.
BeantwoordenVerwijderen