Over dingen en doetjes in Denemarken.

zaterdag 4 december 2021

Over grote gezinnen....

Zilveren bruiloft

Mijn opa en oma van vaders kant zijn allebei geboren aan het einde van de negentiende eeuw. Ze trouwden toen oma net in de twintig was en, zoals gebruikelijk in het katholieke Brabant kwamen er kinderen. De een na de ander tot er zestien geboortes geweest waren, waarvan dertien kinderen de volwassen leeftijd haalden. 

Hoe was het om op te groeien in een groot gezin? 

Mijn vader hield het al vroeg voor gezien, temeer ook omdat er van hem als oudste verwacht werd de schoenmakerij over te nemen. Er kwam een oorlog tussen; hij zat een aantal jaar ondergedoken en maakte heel andere plannen. Hij pakte zijn koffers en vertrok met mijn moeder naar het westen van het land waar hij een baan als administrator kreeg en 's avonds studeerde. Een van zijn oudste zussen wilde ook doorleren, vertrok naar Amsterdam en werd verpleegster. Destijds was het niet zo gewoon om het ouderlijk huis te verlaten om te studeren, laat staan in een vreemde grote stad. Ergo, de meesten bleven thuis, zochten een baan, trouwden van huis uit.

Hoe het precies geweest moest zijn om op te groeien in een groot gezin weet ik niet heel zeker, maar ik heb er wel ervaring mee. Toen mijn vader ernstig ziek was heb ik immers een aantal maanden bij oma en opa gewoond. Tussen alle ooms en tantes in. Ik kan je wel zeggen dat er altijd plek was voor een mondje meer. Dat de dochter van oma's broer, die schipper was, ook jarenlang bij het gezin hoorde.

Dat het nooit stil was; dat iedereen zijn/haar taken had en dat we overdwars in de tweepersoonsbedden sliepen. Dat mijn oma altijd voor iedereen een sinterklaaskadootje had ("ze heeft en gat in haar hand", mompelde mijn opa - er waren 28 kleinkinderen). Dat iedereen mee moest helpen en moest bijdragen. Ik zie mijn tantes nog de lange tegelvloer poetsen op hun knieën, want oma was heel erg proper. Dat het geen vetpot was, maar dat er altijd eten voor iedereen was. Dat er steeds iets stond te pruttelen op het fornuis. Dat er binnen het gezin ook ruzies waren, maar als het erop aankwam de familie en hechte ring vormde. Dat je nooit alleen was, maar dat je je veilig voelde en met liefde werd opgevangen. 

Dat kleine potjes grote oren hebben en ik heel veel meekreeg en meebeleefde van de avonturen van de jongste ooms en tantes.

Het merkwaardige is toch dat de meesten maar een of twee kinderen kregen. (Behalve mijn vader, want hij kreeg er vier). Tja, de tijden veranderen...


5 opmerkingen:

  1. Grote gezinnen waren vroeger meer regel dan uitzondering.
    Tegenwoordig als je zegt ik heb drie kinderen, vind men het al veel.
    De oorlog heeft veel negatieve invloed op de mensen gehad, weer het van mijn ouders.
    Mijn opa had een eigen groenten en fruittuin met pluimvee, naast zijn werk.
    Vroeger zei men niet klagen, maar dragen.
    Een mooi verhaal Dorien. Hans

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vind het wel enorm veel hoor, zestien kinderen! Wat een zwaar leven om iedereen gevoed en gekleed te laten zijn. Maar de saamhorigheid en gezelligheid komen ook mij bekend voor. Mijn moeder was er een van de elf, mijn vader kwam uit een gezin van zeven. De familiefeesten waren legendarisch, ik heb warme herinneringen aan al die tantes en ooms, neven en nichten.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Jemig, dan was je oma dus altijd zwanger of had een kind aan de borst. Je moet het in die tijd zien natuurlijk maar toch..... Oei oei!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Bijzonder inderdaad die grote katholieke gezinnen. Hier net zo bij mijn ouders al waren ze wel minder groot. Mijn oma komt volgens mij uit een gezin van 19.

    BeantwoordenVerwijderen

Gezellig, laat gerust een reactie achter!