Eerst even strijken en de tuin bewateren. We hebben de tuinslang verlengd; nu kan ik alle bloemen water geven met een slang van zo'n 50 meter ;-).
Zullen we vandaag naar Fanø gaan? Naar de oversteek in Esbjerg en vandaar naar het Deense waddeneiland? Ja! Maar eerst moest de chef erop uit om een nieuwe fietsband te kopen. De oude was plat en compleet versleten. De meeste fietsenmakers zijn zaterdags gesloten, maar hij vond er eindelijk toch eentje. Gelukkig was het monteren ervan niet zo moeilijk. Ik smeerde intussen een paar boterhammen en pakte een paar blikjes limonade in de fietstassen plus wat warmere kleren. Al met al was het toch bijna half twee voor we weg reden met de fietsen achterop de auto.
De auto konden we vlak bij de pont parkeren, gratis. Met de fiets aan de hand de pont op. De oversteek duurt maar 12 minuten en zonder auto is het goedkoop varen. 2 fietsen en twee 65-plussers = 50 kronen (6,60 Euro).
We dronken koffie bij het kleine café, hotel, boetiekje Fanøhave, waar de zoon en schoondochter van mijn brei-maatje Anna de scepter zwaaien.Natuurlijk naar het strand. Een van de breedste stranden van het land. Het is zeker meer dan een kilometer van de duinen naar de zee. Een flink stuk kun je erop rijden en fietsen.
Hier sta ik halverwege, de zee ligt achter me; de auto's in de verte zijn kleine stippen.
We fietsten van Norby, voorbij het grote vakantiepark (die zien er allemaal hetzelfde uit helaas, karakterloos, tja, het brengt geld in het laatje), naar Sønderho. Een prachtig fietspad loop over heel het eiland van noord naar zuid. Het rook zooo heerlijk naar warm dennengoen, heide en wit zand. Net als vroeger in de Brabantse bossen.
Onderweg een pauze en een glas rabarbersap op een terras.
Het was rustig op het eiland. Het is nog vroeg in het seizoen.Weer terug in het idyllische Norby aten we een ijsje.
Het was intussen half zeven en we konden een plaatsje krijgen op het terras van Fanø Krogaard in de buurt van de haven.
Toch fijn dat ik een vest bij had en voor de chef een shirt met lange mouwen.
We aten mosselen. Heerlijk!
We namen de pont van iets over achten terug naar het vasteland en rond half tien waren we thuis. Heerlijk, die lichte nachten! Verzadigd van zee, zon, buitenlucht.