Over dingen en doetjes in Denemarken.

woensdag 1 juli 2020

Natuurlijk.

Gisterenavond keek ik op tv naar het programma "Leer het van de meesters".
Als eerste kwam "meesterkok" Rasmus Kofoed van het restaurant Geranium in Kopenhagen op de buis.
Ja, een echte meester. Het restaurant heeft 3 Michelinsterren en in 2011 won hij de voorname Bocuse d'Or prijs.

Eigenlijk....tja...eigenlijk is het een kwestie van kunnen proeven en smaken kunnen combineren. 
Eigenlijk....is het gewoon heel simpel eten.
Hij gebruikt de dingen die gewoon (ook wild) in de natuur groeien. Of de producten die een ieder gewoon in huis en tuin heeft.
En eigenlijk is het héél duur eten met simpele ingrediënten.

Nu gaat er bij mij een lichtje op. Wij reden vorige week langs een veld vol met bloeiende bieslook. Ik knip normaal de knoppen ervan af en gebruik alleen de stengels. Maar de beroemde kok gebruikt én de knoppen én de bloem.



Van restjes kaas - vooral diegene die een beetje zout is, maakt hij een hele simpele kaassaus. Water in de pan; de grof geraspte kaas erbij en heel rustig een half uurtje laten pruttelen op het fornuis. Het bovenste eraf scheppen en hiervan een beetje over de sla druppelen; de rest zeven en door het gerecht roeren.

Ach, ik zal je verder niet plagen met de rest, maar het inspireert wel.
Vandaag maakte ik daarom heerlijke limonade van de rabarber en bessen uit de tuin.










maandag 29 juni 2020

Schottelslet.

Unne schottelslet; zo noemde ons oma de vaatdoek.
En de schottelslet ging elke dag de was in.
Dat doe ik nog steeds en hier met die warme dagen neem ik vaak twee keer per dag een schone. Wat ruiken die dingen vies in de hitte! Bacteriebommen! Dan maar wat extra wassen, nietwaar.

Hoe kom ik nu op die schottelslet?!
Wel, ik keek gisterenavond naar een concert met André Rieu op het plein in Maastricht. Daar spreekt hij dat mooie Limburgs. Nee, een Limburger ben ik niet. Niet eens een Brabander van geboorte. Maar sommige woorden glijden over de dialectgrenzen heen. Juist ja, schottelslet. En dan ben ik weer even kind bij oma.



Ha, galgen voor bretels. Wij hadden ook stieken achter op de fiets en een verwaand persoon noemden we strèllek.
Zie je de sep? Da's drop. We maakten sepwater van laurierdrop.
En flodderbone...die lust ik nog steeds niet!

zaterdag 27 juni 2020

De Lillebælt

Jaaa! ik ben erin gedoken. In de zee bij het Østerstrand; en wat was dat heerlijk. De temperatuur van het water is opgeklommen tot 20 graden, eventjes koud als je erdoor moet maar dan gewoonweg heerlijk. Je hebt geen idee wat zeewater doet voor een mens; ik voelde me herboren....



De chef ging er niet in; hij vond het nog veel te koud.
(kylling -zeggen we hier = bange kip)


De voor hun diploma geslaagde studenten van het gymnasium zie je weer overal op versierde wagens door de straten trekken. Ze gaan om de beurt alle ouders langs (en krijgen overal een kleine tractatie). Dit jaar waren er twee studentjes in onze straat! Ik vind het zo gezellig, feestelijk en hoopgevend. Muziek, gelach, gejuig en wij maar zwaaien.
Waar hun levenswegen hen nu heen voeren, tja dat weten ze zelf het beste. Doorstuderen, werken, wie weet :-)



Wat ik ook zo fijn vind is dat we "eten wat de tuin biedt".
Er is volop sla - diverse soorten - een hoop kruiden om er onderdoor te doen, komkommers en de eerste tomaat is nu oranje.
Er hangen grote trossen tomaten, dat wordt wat!
De meeste rode bessen zijn rijp, ik heb ze schoongemaakt, van suiker en water stroop gekookt en dit er over gegoten.

 Om te bewaren.....
Het eerste bakje is al leeg; die deed de chef bij de smoothies.

donderdag 25 juni 2020

Geen kampvuur, wel een blauw oog.


Sankte Hans, Sankte Hans...Nee, geen of weinig kampvuren op de stranden dit jaar. Geen heksen naar Bloksbjerg gestuurd en geen enkele verbrand op de top van de brandstapel. Weinig boze geesten dit jaar om weg te jagen - behalve die corona dan!

En tóch was het midzomernacht. 
Met het mooiste weer sinds jaren....


Wij fietsten langs de obelisk die ooit door de Franse gereformeerde kolonisten is opgezet.
Onze stad is geen natuurlijke stad. Nee, normaal gesproken zou niemand hier een nederzetting placeren. Het water in de Lillebælt hier heeft veel stroming en nederzettingen lagen daar waar het water rustig was en waar je goed kon vissen. Maar de plek was wel ideaal om een vesting te bouwen omdat men vanaf hier een heel goed overzicht had op eventuele vijanden.
Die vesting kwam er, met z'n wallen en grachten, palisaden, stadspoorten en soldaten.
Die soldaten en ander goed volk moesten eten, een onderkomen hebben, van kleding worden voorzien en meer van dat. De stad moest bewoond worden en Frederik de 3 verklaarde de stad voor vrijstad. 
Boeven, dieven en moordenaars vonden een plekje en men inviteerde vervolgens de Hugenoten, de Frans/Belgisch vervolgde gereformeerden omdat zij "een nijver volkje waren en de stad veel goeds konden brengen". Ze brachten tabaksplanten mee, bebouwden het land, smeedden zilver en staal en kwamen met vele andere ambachten. De stad was goed voor hen en zij waren goed voor de stad.



Daarom hebben veel mensen die in Fredericia wonen of wiens voorouders hier vandaan komen Franse namen. Armand, Le Blond,
Devantier, Dufresne, Deleuran, Desmarets, Dupont, Fournaise, Honore, Lefevre, Le Pierre, Louison, Vilain.
In het begin sprak men onderling Frans maar een paar generaties later sprak men meestal Duits en werden sommige namen "verduitst"
Armand werd Hermann en Le Pierre werd Stein.
Mijn man en kinderen dragen Deleuran als tussennaam.


We rustten uit bij de haven in de stad.

Wil je even zien hoe het weer hier is?


Prachtig weer en gelukkig niet zo warm als in Brabant.
Het zeewater is maar 17 graden warm, maar als je ziet hoeveel mensen erin gedoken zijn...! Vikingen ;-)



In de zon was het warrum! We hadden mensen/klanten op de koffie en zelfs al was de tafel-parasol uitgeklapt liep het zweet van ons gezicht af.

Na de koffie moesten de chef en ik nog twee planches afgeven op het gemeentehuis en ik zei dat we nú een grotere parasol gingen kopen. Zo gezegd zo gedaan. Een parasolvoet hadden we nog, alleen is dat ding loeizwaar. Om hem op z'n plaats te krijgen trokken en duwden we en oeps, ik verloor m'n evenwicht en gleed het perk in. Au, ik stootte m'n wenkbrouw aan een van de stenen op het terras en loop nu met een prachtig blauw oog. 


De parasol staat - nu ingeklapt - want toen we klaar waren zaten we in de schaduw.
En dat blauwe oog verdwijnt vanzelf (al meent de chef dat ik een zonnebril moet opzetten als ik boodschappen ga doen).


maandag 22 juni 2020

Voor de jarige zus en meer..


Een bloemetje uit de tuin voor mijn zus die vandaag 65 wordt. Wat was ik graag gekomen om je in levende lijve te feliciteren. Dan had ik een bloemetje meegebracht. Nu krijg je een kiekje uit de tuin.
Witte rozen, blauwe geranium en gele kattestaart. Die kattestaarten worden hier "løsøre" genoemd, wat "roerend goed" betekent.
We proosten op je met een glaasje wijn vanavond. Skål!

Eerlijk is eerlijk; er is (weer) hard gewerkt vandaag. De tweede balk ligt erop! Hijsen, slijpen, meten, vastbinden, lijmen, schroeven.. Maar het is gelukt.  Nog even, dan kunnen we verven en dan kunnen de vloerplanken van het balkon er op!




De arme chef moest gisteren echt even bijkomen. Zaterdag zette hij namelijk ook nog  nieuwe ramen in bij dochterlief. Drie stuks in het sousterrein.
Jeff kwam helpen! Wat een lieve zoon heb ik toch. (hij is 3 weken geleden gestopt met roken; zomaar uit het niets; zonder hulpmiddeltjes. Knap hoor!!) Natuurlijk hielpen Sandra en Casper ook met die ramen. En ik? Ik was in de werkplaats hier omdat er nogal wat werk ligt te wachten.

Gisteren deden we eigenlijk niks. (Of toch wel; de ramen bij Sandra werden aan de buitenkant gevoegd. En de oude moesten naar de stort). Toen was het rust.




Nou ja, we fietsten even naar het strand; we hadden zelf drinken bij; en keken naar de mensen die in de zon of het water lagen.

Een (halve) dag niks doen is af en toe hoog nodig.


Vandaag wapperde de was terwijl "humperdink" (de grasmaaier) zijn werk deed. Ik heb hem Humperdink genoemd omdat ons grasveld nogal ongelijk is en dan huppelt dat maaiertje er waggelend overheen. 

En dan die corona...gaat die nou nooit weg? Weer zijn er mensen besmet; weer zijn een paar scholen gesloten. Maar nu weten ze sneller wie besmet is en hoe men verspreiding hoopt te kunnen tegenhouden. Er wordt op hel veel plaatsen getest - in het zomerland, daar waar de meeste toeristen komen en huisjes huren.

Ik moet morgen even naar het ziekenhuis voor een check-up. Dan denk ik toch weer aan die corona.... ahbah!




vrijdag 19 juni 2020

Huiswerk

Nu regent het.
Het regent pijpenstelen; de tuin geniet en ik hoef vandaag niet de groentetuin en de bloembakken van water te voorzien. Het komt vanzelf vanboven af.
Gelukkig hebben we deze week veel aan het huis kunnen doen. 





 We maakten een stelling door balken over twee ladders te leggen.


De voorste balk zit er in; de twee achterste zijn gerepareerd; 
nog één te gaan!

(daarna moet alles gekit worden, geslepen en geverfd)



Ik plukte een mand vol vlierbessenbloesem. 
Er staan drie grote bomen achter in onze straat.


Hiervan maakte ik vlierbessen siroop, 5 flessen vol!


Dan was er ook nog de boekhouding.
Een beetje werken in de tuin.


En een paar orders weg brengen - naar Holsted, een plaatsje langs de snelweg naar Esbjerg. Wát een verkeer nietwaar? :-))
Dit is de weg naar de westkust; naar Vesterhavet - de Noordzee.
De grens ging woensdag open voor vele Duitse toeristen die zomerhuisjes hebben gehuurd.
Eind juni gaat de grens open voor (bijna) alle Europese landen.
Je weet maar nooit....


De regen is intussen opgehouden.

dinsdag 16 juni 2020

What are you called?




Ik was op de verjaardag van een van mijn zang-vriendinnen toen haar kleindochter in Australië belde. Ulla nam de telefoon mee naar de serre om rustig te kunnen praten. In het Engels, want Australië is zo ver weg en er wonen geen Denen in de buurt en alleen moeder spreekt Deens en.....De kleine Ava Grace spreekt dus overwegend Engels. "Hoe noemt ze jou?" vroeg ik. "Mormor" zei Ulla. "Mormor, op z'n Deens". (je spreekt het uit als moormoor).
(Ik ben ook een Mormor én een Oma - op z'n Nederlands).

En zo kwam het gesprek op "vreemde" talen.
Een van de aanwezigen is geboren in Duitsland, maar als kind naar hier geëmigreerd. Haar moeder was Duits en ze beheerst de taal volkomen. 
Ulla spreekt Engels/Austraals, want als er geen corona heerst reist ze zeker vier keer per jaar naar Adelaide.
Ik, met m'n MMS waar op talen gehamerd werd spreek naast het Deens en Nederlands een bietje Frans, redelijk goed Duits en of course: English.
Toch best gemakkelijk; ik had het boek de zonnenzus van Lucinda Riley nog niet gelezen. In de bieb was het steeds uitgeleend, ook als e-book, maar je kon het wel in de Engelse uitgave lenen. Dus.....

En ik leer er ook wat van.