Hij slaapt nog. Hij slaapt diep, voor de eerste keer in weken. Rustig ademhalend, ver weg in dromenland. Mijn lieve man, die we op het nippertje stonden te verliezen. "Een dag, een week, hooguit een maand", zei de chirurg. Het hart kreeg geen impulsen meer...
En het begon zo gewoon. Nou ja, gewoon. Hij was al wekenlang kortademig. Hij was vaak misselijk en ontzettend moe. "Dat kan het hart toch niet zijn", zeiden wij. "Er is nog niet zo lang geleden een cardiogram gemaakt. Toch maar een afspraak maken met de huisarts". "Hebt U een negatieve coronatest? vroeg de secretaresse. "Ja, een sneltest". "Oh die is niet goed genoeg, U moet een PCR test hebben". "Maar ik maak het niet goed, heb ik geen tijd voor. "Ja, maar we moeten uitsluiten dat U corona hebt". Toen gooide de chef de hoorn er op. "Dat is die vast die vervloekte rug. Ik verga van de pijn". Afwachten wat ze in het ziekenhuis in Middelfart zeggen.
Daar was hij maandag. Voor een gesprek met de chirurg, die meende dat een operatie mogelijk was. Eerst even de bloeddruk opmeten. "Maar meneer, U hebt een veel te lage pols: 32 !!"
"Ik stuur U meteen door naar de hartafdeling in Vejle".
En daar zat hij dan te wachten op de ambulance in Middelfart. Hij belde mij dat er complicaties waren en of ik onze auto op kon halen. Natuurlijk. Dochter Sandra had net vrij en wij naar het ziekenhuis. Hij zag er niet slecht uit; had een gezonde kleur in z'n gezicht maar natuurlijk waren wij allen bezorgd en wachten met z'n drieën. Misschien een infectie? Een bloedstolling of? Toen kwam de ambulance.
We reden de ambulance na naar Vejle. Toen wij aankwamen was de arts al bezig met hem te onderzoeken en kon bijna meteen constateren dat het hart bijna geen impulsen kreeg. De "bedrading" was kapot. Dat werk moest worden overgenomen door een totale pacemaker.
Intussen was het al laat in de middag en in Vejle opereren ze alleen overdag. De hartchirug durfde niet te wachten en na overleg met het universiteits hospitaal in Odense werd hij met loeiende sirenes naar Odense vervoerd.
Gelukkig heb ik zo'n grote kleinkinderen. Casper was thuis bij Carl.
Wij reden van Vejle naar Odense. Daar lag hij dan, op de hartkamer met monitors en allerlei draden op z'n borst en buik. Hij werd al klaar gemaakt voor de operatie, maar moest even uitwijken voor een acuut geval. Ondertussen hadden wij zoon Jeff gebeld en gevraagd of hij wat eten voor ons kon meebrengen.
Rond negen uur 's avonds werd de pacemaker geplaatst. Half elf was hij terug op de hartkamer. Met een pols van 92!
Toen reden wij met een geruster hart naar huis.
Van slapen kwam niet veel terecht. Ik stond vroeg op en streek de was van afgelopen dagen. Practisch zijn helpt. Er lag ook nog wat werk in de werkplaats. En dan natuurlijk bellen en schrijven naar de patiënt. Die maakte het goed. De kortademigheid was..foetsie...weg. De misselijkheid ook. Geweldig. Wat kunnen ze toch wonderen verrichten vandaag de dag!
Hij moest nog even blijven. Zo'n pacemaker moet gejusteerd worden. Dat gaat tegenwoordig gewoon via een computer. De wond moest worden nagekeken.
Ik kon net nog naar de begrafenis van mijn vriendin......Gelukkig maar.
En iets na driën haalden Sandra en ik hem op in Odense. Gezond en wel. Wat een wonder!!
Nu hoor ik dat hij wakker wordt. Tien uur slaap in een ruk. Heerlijk.