Over dingen en doetjes in Denemarken.

dinsdag 1 maart 2016

Mijn werkende jaren 5

Mij hart is altijd bij het raadgeven en begeleiden van jongeren geweest. Nu was ik weer terug.
De doelgroep was meer gespecificeerd geworden: jongeren die moeilijk een keuze konden maken, moeilijk konden leren,  of die vanwege hun sociale erfgoed een achterstand hadden.

Een nieuwe tijd, een nieuwe manier van begeleiden. Ik zocht extra geld bij het Rijk voor mentor-mogelijkheden. En ik nam Lars aan.
Het mentoren zat hem in het bloed. Ik schreef, hij deed. We werden beroemd in het land en werden uitgenodigd door diverse fora om te vertellen over de opzet en de werking van het project. 

Lars had een tijdelijk aanstelling en na twee jaar was de kas leeg. Ik had intussen in mijn eenzame baan gezelschap gekregen van de schoolconsulente en een secretaresse.

De regering begon te focusseren op het tekort aan goede counseling. Alles moest gereorganiseerd worden, het land, de bedrijven, ouders en kinderen waren het beste af als er professionele centra in het land kwamen. 

Daar moest ik bij zijn en het liefste vanaf het begin, zodat ik een vinger in de pap kreeg. Het lukte!! 

Er kwamen 50 UU centra. UU staat voor Ungdommens Uddannelses-vejledning; vertaald: Counseling/studieraadgeving voor jongeren.


Mijn werkende jaren 4

Daar zat ik dan; op de directiegang.

In een een-mans kantoor, pal naast het kantoor van het hoofd van de afdeling onderwijs en het hoofd van de kinderopvang. De directeur zat op het eind van de gang. 
Mijn taak was om de na-schoolse opvang en de jongerenclubs opnieuw te organiseren; de leiding van het leidend personeel op me te nemen én een nieuw centrum te bouwen voor jongeren van 15 - 25 jaar.
Er lag namelijk een gebouw in een saneringsgebied. De hele wijk had een opknapbeurt nodig en het oude vrachtstation lag aan de rand van die wijk. Mijn voorganger had subsidiemiddelen uit een sociale bron aangevraagd en gekregen op voorwaarden. Die voorwaarden waren dat het idee, het plannen en het verbouwen een democratische oplossing moest zijn. Een derde van de onkosten was voor rekening van de gemeente, twee derde werd door het Rijk (via extra subsidie) betaald. 
Ik kon aan de slag. 
Er werden workshops gehouden, debatavonden, er werd een werkgroep opgezet. Een van de vereisten van de gemeente was dat het gebouw naast het club/jongerencentrum plaats moest bieden aan het levendige muziekleven in de stad (oefen-en opslagruimtes voor de bands) en er moest plaats zijn voor de "Ungdomsskole".
We gingen er heel enthousiast tegenaan. De eerste plannen werden omgezet in tekeningen, architecten werden ingehuurd....oeps, die hadden niet helemaal begrepen wat de werkgroep wilde en hun voorstel werd afgewezen. Dat koste me een hoop geld. Nu ja, niet persoonlijk, maar van het geplande budget gingen de eerste duizenden af. De werkgroep kwam met een nieuw voorstel - ze hadden zelf de sketches gemaakt - en deze keer snapten de architecten het beter. Maar zoals gewoonlijk hielden we de kosten niet binnen het budget en ik moest tot twee maal toe aanvragen schrijven voor extra geld. Enfin "Ungdommens Hus" kwam er, werd een succes en bloeit de dag van vandaag nog volop. De 16. maart 2001 stond ik naast de minister voor de Grand Opening.

Daarnaast heb ik de na-schoolse opvang en de andere jeugd-en jongerenclubs gereorganiseerd onder het motto: Één club op verschillende locaties: "Klub 7000". 



Maar dat directie werk - al dat administratieve - al dat geschrijf voor de gemeenteraad, al die onderhandelingen- nee, dat was niet echt mijn lust en leven. De baan van Ungdomsvejleder was weer vrij, ik zocht en kreeg hem.

Er waren vier jaar voorbij gegaan. 



maandag 29 februari 2016

Mijn werkende jaren 3.

Ik zocht en kreeg een nieuwe baan.

"Ungdomsvejleder" - raadgever en begeleider voor werk en studie.
Tezelfdertijd was er een nieuwe vak-opleiding gekomen, die ook hier werd ondergebracht: een EGU (erhvervs-grund-uddannelse) een basisopleiding voor vak-en bedrijfswerk. 
Dát was een ontzettend spannende tijd. En echt werk in mijn straatje.
Ik besloot zelfs om er nu eindelijk werk van te maken om mijn opleiding om te zetten naar Deense evenredige opleidingen. Een equivalent-waardering heette dat (ik steeg meteen in graden).



Via het werken met o.a. deze EGU - vakopleiding - opleiding in bedrijven, veel praktijk en weinig "school" kwam ik in heel veel fabrieken, bedrijven en firma's. Ik maakte afspraken, regelde contracten, steunde bij conflicten en sleepte een grote groep jongeren via opleiding naar een vaste baan.
Ik ontmoet ze nog af en toe. Het is de meesten voor de wind gegaan.
(Zo leuk dat ze nu af en toe met hun kroost bij mij komen).

Een van de allerleukste en meest inspirerende dingen waar ik in die tijd mee begon was het mede-organiseren van cursusdagen voor alle studie-, vak- en werkbegeleiders in (zo heette dat toen nog )Vejle Amt.
We waren met z'n vieren: Elisabeth uit Kolding, Hans uit Vejle, Thorkild uit Horsens en ik uit Fredericia. Kurt E was de roerganger.
Hij was een paar jaar tevoren gestart met deze cursus, omdat hij vond dat men geen goed advies kon geven als men niet wist welke kwalificaties het bedrijfsleven nodig had.
Hij kreeg geld vrij van het Regionale-Arbeids-Bureau en zodoende was de cursus te betalen voor bijna iedereen.
In de tijd dat ik mede organisator was hebben we de cursus uitgebreid tot een drie daags evenement, waar meer dan 150 mensen aan deelnamen. 
25 jaar heb ik deze cursus mee verzorgd en oh man, wat heb ik veel gezien, geleerd en ervaren.
Vooral tijdens de planning van de jaarlijkse cursus, als er afspraken gemaakt moesten worden met bedrijven, dan wandelden wij bij de grootste bedrijven rond op de directiegangen en spraken met top-leiders.
We waren onder andere bij Novo-Nordisk, Løven, Mærsk, Bestseller, Coop, Risø en ga zo door. Voor 150 studieraadgevers gingen alle deuren open. 


We begonnen ook culturele evenementen in te bouwen, zodat de avonden gevuld waren (we sliepen 2 nachten in een hotel) en mijn beste prestatie (vind ik) was toen ik 150 man meenam naar "Det Kongelige Teater" om een ballet te zien. Vele studieraadgevers waren mannen....maar niemand verliet de zaal voortijdig en iedereen vond het een belevenis. Andere keren waren het theaterstukken, concerten en zelfs een musical.


In 2006 werden de Amten afgeschaft en vervangen door regionen. De regionale-arbeids-raad werd ontbonden en weg was onze subsidie. Jammer.......

Na vier jaar werk op deze locatie werd ik "ge-head-huntet" door de directeur van de gemeentelijke jeugd -en jongeren dienst.
Een staf-functie bij de gemeente.




zondag 28 februari 2016

Mijn werkende jaren 2.

Na negen jaar in het jeugd-en-jongerencentrum (Ungdomsgården) te hebben gewerkt, vond ik het tijd om wat anders te vinden.
Ik wilde van die avonddiensten af en nu de kinderen op school zaten wilden we graag de vrije tijd met elkaar doorbrengen.
Ik zocht en kreeg een baan als "dagplejepædagog". Dat was/is een baan waar je de dagmoeders steunt in het opvangen van kinderen (van 0 tot 3 jaar), de ontwikkeling van het kind volgt, nieuwe dagmoeders rekruteert, zorgt voor opvang tijdens ziekte en vakanties, cursussen voor deze dagmoeders organiseert, speelgroepen opzet, ouder-contact hebt, in-en uitschrijven verzorgt, enzovoort, enzovoort.... Een baan van 30 uur per week, die binnen een half jaar ook weer full-time werd.



Ik heb hier hele leuke herinneringen aan.
Ik ben in wel meer dan honderd woningen geweest. 
Ik heb de meest intieme, zorgelijke, blije. komische en gevoelige verhalen gehoord. En die kleine kinderen van toen zijn de moeders van nu.....

In het begin had ik een autootje, maar toen die in de soep werd gereden fietste ik de stad en dorpjes af om de gastgezinnen te bezoeken. 

"Dagplejen" hoorde thuis bij de Sociale Dienst en ook daar kreeg ik wat tolk-werk te doen. Leuke afwisseling! Groot netwerk.

In deze periode volgde ik een jaar lang een cursus in supervision, dus dat kan ik ook. 


Hier werkte ik zeven jaar.


zaterdag 27 februari 2016

Mijn werkende jaren...

De allereerste baan 
die ik hier in Denemarken had, kwam als het ware aangewaaid. Het vrijetijdscentrum voor jeugd- en jongeren zocht iemand die de voor-en-naschoolse opvang wilde opstarten.


Een van mijn bekenden werkte daar en vroeg of ik er iets voor voelde.
Het was een deeltijdbaan; vóór de middag en een enkele avond.
Ja, je moet ergens beginnen, dus ik zei ja, al was het met wat beven.
Twee kinderen had ik, van twee-en-een half en bijna een jaar oud. En een man die vaak op reis was met z'n werk. 
Boven ons woonde Inger, een jonge vrouw, die graag de ochtenden wilde oppassen. Oei, wat wás het moeilijk om van huis te gaan.
Huilende kindjes voor het raam die "mama, mama" riepen. Stand houden, sterk zijn, ik ben om half een weer thuis. 
Inger hield niet zo lang stand; ze werd vervangen door Else, een aardige en bijdehante jonge vrouw.
Die was bij ons tot ze zelf een kind kreeg en tóen kwam:
Fru Hansen. Een dame van net 60, die bij ons in de straat woonde.
Fru Hansen paste op de kinderen.
Fru Hansen dweilde ook de gang en keukenvloer als het nodig was.
Fru Hansen kocht presentjes voor de kerstkousjes.
Fru Hansen leerde de kinderen kaartspelletjes.
Fru Hansen hield van kinderen.
Fru Hansen was een cadeau.

Mijn deeltijdsbaan was intussen veranderd in een full-time baan, wel met variabele werktijden.
De kinderen werden groter en gingen naar school en ik werkte vaak een paar avonden, een ochtend of twee en een paar middagen.
De kinderen kwamen na school ook naar "mijn" vrijetijdscentrum. Ze gingen mee op zomerkamp en andere uitvluchtjes. Ze groeiden op met de kinderen uit het centrum en hebben daar nog altijd vrienden. 
Mijn baan was op die manier perfect aan te passen aan de schooltijden en toen de echtgenoot weer aan de studie ging hadden we geen oppas meer nodig, ook niet als de kindjes ziek waren (waren ze gelukkig bijna nooit).
Fru Hansen was allang niet meer nodig, maar was er nog altijd voor een spelletje, een kopje koffie en wat gezelligheid.

Ik maakte "carrière", zoals ze dat noemen.
Ik verdiende meer, ik kreeg wat staf-functies, ik zat in het bestuur van het centrum en ik werd "tillidsman", het verbindingsstuk tussen de vakbond en de werknemers. Ik kwam zelfs in het hoofdbestuur van de vakbond LDK- Landsforening Danske Klubfolk.
Ik leerde veel in die tijd.
Natuurlijk leerde ik allereerst de taal: kinderen zijn experts in het corrigeren van verkeerde uitspraak en hebben eindeloos geduld.
Ik leerde "bestuurswerk" en hoe de samenleving hier in elkaar zat.
Ik leerde hoe het systeem werkte en welke ingangen er waren.
Ik leerde de geschreven en ongeschreven regels. 

Door mijn moedertaal kreeg ik hele leuke extra opgaven.
Zo was ik een week mee in Brussel - een EU (toen nog EEG) -project over samenwerking onder jeugdorganisaties in Europa.
Ik was mee op studiereis (als tolk) bij Nederlandse jeugdinstanties en een studiereis om de alcohol en drugs bestrijding in NL. te onderzoeken.
Ik werd gevraagd om te tolken als er groepen Nederlanders kwamen die hier bijvoorbeeld de zorgcentra bezochten of de stadswallen kwamen inspecteren (ik woon in een historische stad).
Toentertijd was niet iedereen de Engelse taal machtig, wat mij ten goede kwam.
Ik kreeg veel bekenden, een groot netwerk én, de hoofdzaak mijn eerste collega's, die nu tot mijn vriendenkring horen en die ik heel regelmatig zie.

Zo gingen er negen jaren voorbij.....






woensdag 24 februari 2016

Truukje...

Vrijdag bestelden wij een nieuwe wasmachine.
"Als U meer dan drie dagen kunt wachten, dan leveren wij kosteloos" stond er op de website.
Nou, wij konden best wachten. Eigenlijk kwam dat ook beter uit.
Doe maar woensdag.
Vandaag kwam er een sms:
"Wij hebben Uw bestelling binnengekregen en de machine wordt donderdag dan-en-dan geleverd".
Uhh, "leveringskosten zus-en-zoveel kronen".
Jaaa, zo kan ik het ook. Op deze manier zitten er dus geen drie dagen tussen, maar spreken we over directe levering.
"La-maar-zitten" zegt de chef; zo duur is het nu ook weer niet.


Het is natuurlijk wel kostenbesparend - voor het bedrijf dan!

zondag 21 februari 2016

Bryggers.

Bryggers.
Zo wordt de bijkeuken hier genoemd.
Je spreekt het uit als bruggers.
Het woord is overgenomen uit de tijd dat men bier brouwde in de  de bijkeuken, ook wel grove keuken genoemd (grovkøkken).
Ook de was werd hier gedaan en 's zomers werd zelfs het meeste eten in de bijkeuken klaargemaakt.
Alle huizen hebben nog steeds een bryggers.
Mijn opa en oma hadden er ook een. Daar stond het petroleumstel soep te trekken en werden de appels bewaard.
Wij hebben maar een kleine bryggers.
Daar staan de kasten met schoonmaakmiddelen, de droogtrommel, de magnetron en de wasmachine.
De wasmachine gaf dus vrijdag de geest.
Er is een nieuwe besteld; die komt woensdag en daarom besloten we om de oude vandaag vast naar de stort te brengen.
Tjeetje; die pomp was waarschijnlijk al langer kapot. Omdat er een afvoerput naast de wasmachine zit hebben we niet gemerkt dat het water niet gewoon afgevoerd werd. Eerlijk is eerlijk; ik zet een was over, druk op de knoppen en ga naar m'n werk. Thuisgekomen hang ik het hele zaakje op het droogrek en ik kijk echt niet onder de machine vóór vandaag.
Brrrr, het rook minder aangenaam.
Deheer en mevrouw spin hebben ook ettelijke nesten uitgebroed aan de achterkant.
Dat is een flinke schoonmaak geworden!
Ik heb meteen ook maar het plafond afgewassen, de kasten schoongemaakt, het aanrechtblad geschuurd en de eega heeft nieuwe rolgordijnen voor de installaties gemonteerd.
Het kan er weer mee door.