Wij waren een weekje weg met de Hawk. We reden weg toen de thermometer op 27 graden stond. Het was zelfs te warm om een gedeelte van de voortent op te hangen om wat schaduw te krijgen. Dat moest maar wachten tot 's avonds.
We zaten in Djursland (het schiereiland in midden Jutland dat op een neus met een druppel eronder lijkt). Eerst een prachtige autorit door Molsbjerge, wat natuurbeschermingsgebied is.Wij reden naar de zuidspits en landen op camping Elsegaarde, een kleine idylische camping, waar je je af en toe in de jaren zeventig waande. Nee, niet wat comfort betreft, maar de leuke ouderwetse badkamers op de camping met van die tegels uit de jaren zeventig en de prachtige bloembedden overal. Het was er heel rustig. Natuurlijk fietsten we een paar keer naar Ebeltoft, dé trekpleister.
Hier komen de "vægters" (wachters) ook rond. Heel vroeger waren dit degenen die de straatlantarens aan-en uitmaakten, voor rust en orde zorgden en ieder uur de tijd omriepen; op vers. "De klok heeft acht geslagen enzovoort". Ze stonden in de poort waar wij ons eten hadden besteld.
Maar eerst een halve liter lekker koud bier. "Carlsberg, probably the best beer in the world", zoals de reklame zegt.
Tja, toen knoeide ik tijdens het eten en zo-heel-veel kleren hadden we niet bij. Geen nood, winkeltjes genoeg. In dit zaakje was alles afgeprijsd, maar helaas niks bij voor mij. Later kocht ik een bloesje en een T-shirt aan de overkant. "Had ik nodig", zei ik tegen de geduldige chef. (Een van mijn vroegere collega's, waarmee ik cursussen organiseerde, had ooit een vriend die nogal goed van kas was. Als zij samen op reis gingen had ze vaak haar schoenen "vergeten". Kijk, zo kan het ook. Hebben we vaak om gelachen. Zo uitgespeculeerd ben ik nou ook weer niet, echt niet, maar snuffelen in winkeltjes is wel heel leuk).
Op de markt voor het Oude Raadhuis demontreerden de stakende verpleegsters.
Ze werden door mij op de foto gezet, maar wonnen niet veel sympathie bij de chef. Hij wacht immers op een operatie.
We hebben veel gefietst in, langs en rondom Ebeltoft. De zandweg langs het strand was het mooiste.
Hier groeit strandkool, de voorvader van vele soorten kool. We proefden er een blaadje van. Het smaakt een beetje naar witte kool, groene kool, misschien ietwat savojekool. Het wordt in dure restaurants in de grote steden geserveerd; hier kun het zo van het strand halen.
Het beloofde, heel warme weer werd het niet. Nee, geen regen. Het is nog steeds kurkdroog in heel het land. Maar er stak een frisse wind op. Van al dat fietsen word je moe; hier heeft de chef zijn dekbed mee naar buiten genomen.
Het is echt heel droog. Oppassen met vuur, alles kan zo in de fik schieten. Wat kan het toch verschillen van land tot land.... Kleinzoon Casper was zo aardig om elke dag even de bloemen en de kas te sproeien. Ik heb hem uitgenodigd om morgen te komen eten. Voor wat hoort wat. en dan krijgen wij er ook noeg gezelligheid bij.
De oogst is begonnen. We fietsten veel langs volle korenvelden. Zo te zien wordt het een rijke oogst. Vandaar de titel: koren.
Morgen meer over het laatste stukje van de korte vakantie: Ontdek je eigen land.